Kattengedrag en onzindelijkheid
Verschenen in Noorderlicht 47
Dit is alweer de 6de aflevering van de serie over kattengedrag en deze keer gaat het over het meest voorkomende probleem dat eigenaren tegenkomen als ze met een kat of meerdere katten leven.
Er is een groot verschil tussen onzindelijkheid en sproeien. In het kort kun je zeggen, dat je iets onzindelijkheid noemt, als een kat zijn urine of uitwerpselen op een andere plaats deponeert dan in de kattenbak (of buiten)Sproeien is het spuiten van urine tegen (meestal) verticale voorwerpen waarbij een kat zijn staart meestal trillend rechtop houdt. Niet alleen zien deze 2 problemen er heel anders uit, ze worden ook veroorzaakt door hele verschillende problemen. Deze aflevering over kattengedrag bestaat dan ook uit deze twee delen. Voordat ik in ga op onzindelijkheid en sproeien moet ik u er nog op wijzen, dat de allereerste actie die u uitvoert om mogelijke onzindelijkheid aan te pakken, een bezoekje aan de dierenarts moet zijn. Het is immers zinloos om het gedrag van uw kat te veranderen als het probleem door bijvoorbeeld blaasontsteking wordt veroorzaakt. Alle erkende gedragstherapeuten zullen ook minimaal de uitslag van urineonderzoek van uw kat willen inzien, voordat er een therapiemethode voor uw probleem wordt geadviseerd.
ONZINDELIJKHEID
Er zijn veel redenen waarom een kat onzindelijk gedrag vertoont, maar deze
hebben eigenlijk een grote gemeenschappelijkheid: Er is meestal iets aan de hand
met de kattenbak. Ik geef hier een beknopte opsomming van de zaken die mis
kunnen zijn. Verder in de tekst ga ik er per onderwerp dieper op in: De katten
bak is te klein of vies, het grit is niet goedgekeurd, de bak bevalt niet, het
zijn er te weinig, de bak staat op een verkeerde plek of heeft een verkeerde
vorm, kortom heeft u een kat (of meerdere) die onzindelijk gedrag vertonen, ga
dan eens na of één van de volgende situaties bij u van toepassing zijn. Een kat
kan er namelijk wel voor kiezen om een kattenbak niet te gebruiken, maar hij kan
niet eindeloos zijn plas ophouden.
De kattenbak is te klein
Als mensen voor hun kitten een kattenbak
kopen dan is een kattenbak al snel groot genoeg. Maar elk kitten wordt al
snel een volwassen kat en zeker als je een Noorse Boskat ziet worstelen in
een veel te kleine kattenbak, dan kan iedereen zich voorstellen, dat de kat
een andere plek zoekt. Om het juiste formaat kattenbak vast te stellen, moet
u het formaat van een volwassen kat nemen en ervoor zorgen dat die zich
lekker kan uitrekken. Als uw kat dat in zijn kattenbak kan, is de maat goed.
De bak is vies
Katten zijn uiterst hygiënisch. Er zijn katten die absoluut niet op een
kattenbak willen, die al is gebruikt. Gelukkig zijn er ook katten wat minder
kritisch of kunnen hun urine buiten kwijt. Zorg er dus voor dat de kattenbak
schoon genoeg is. Over het algemeen moet u elke dag even de troep eruit
scheppen en één keer per week de hele inhoud vervangen en de bak schoonmaken
met bijvoorbeeld chloor. Als u merkt dat de bak naar urine blijft ruiken en
u hem niet meer goed schoon kunt krijgen, vervang hem dan.
De kattenbak staat op een verkeerde plek
Katten zijn erg gesteld op rust en privacy, vooral als ze gebruik maken van
de kattenbak. Staat de kattenbak in uw huis op een plek, waar veel mensen
langslopen of waar iedereen de kat kan zien, dan vindt een kat het mogelijk
niet prettig om deze bak te gebruiken. Wil uw kat de bak niet gebruiken,
zet de bak dan eens op een andere plek.
Te weinig kattenbakken
Natuurlijk bent u dol op katten. Misschien bent u wel besmet met het Noorse
Boskattenvirus en lopen er een heel stel Noren door uw huis. Bedenk dan dat
sommige katten de kattenbak niet met elkaar willen delen. Soms bewaakt één
van uw katten zelfs één of meerdere bakken, zodat een andere kat er niet
heen durft. Hanteer bij meerdere katten het aantal katten plus één en zet
deze op verschillende plekken in uw huis. Hebt u meerdere verdiepingen, zet
er dan ook één of meer boven. Zo voorkomt u dat sommige katten de bak niet
durven te gebruiken. Dit risico is overigens veel minder als uw katten het
allemaal goed met elkaar kunnen vinden en zorggedrag naar elkaar vertonen
(elkaar wassen, samen slapen, etc.). Ze zijn dan ook meestal wel bereid om
hun toilet met elkaar te delen.
De bak is verkeerd
Veel mensen geven de voorkeur aan een kattenbak met een deksel. Zo ruik je
de urine minder en soms geeft het ook minder rommel. Zou uw kat daar ook zo
over denken? Vieze geurtjes blijven inderdaad voor een groot deel onder het
deksel hangen en sommige katten weigeren om de bak dan te gebruiken. Haal
het deksel er maar eens af, als dit bij u het geval is. De kans bestaat dat
uw kat de bak ineens veel aantrekkelijker vindt.
Het grit bevalt niet
Er zijn veel soorten kattengrit in de
handel. Soms grof of zo fijn als zand. Soms met een geurtje (babypoeder
bijvoorbeeld), van goedkoop tot duur. Hebt u al eens uitgeprobeerd waar uw
kat de voorkeur aan geeft? Dit kunt u doen door tegelijkertijd in
verschillende bakken (afwasteiltje kan ook) verschillende soorten grit te
gebruiken. Uit wetenschappelijk onderzoek is gebleken dat de meeste katten
de voorkeur geven als grit dat op zand lijkt (net als in de natuur),
klontvormend is en geen toegevoegde geurtjes bevat. Maar ik ken ook katten
die graag krantenpapier in hun toilet vinden. U merkt vanzelf welk grit uw
kat het liefst gebruikt.
Kattenbak en voer/water staan naast elkaar
Veel mensen hebben de kattenbak in de keuken staan. Zorg ervoor dat water-
en voerbakjes minstens een meter van de kattenbak af staan. U eet ook liever
niet op het toilet en dat is bij een kat niet anders. Als zijn voerbakje te
dicht bij de kattenbak staat, zal hij lekker blijven eten, maar de kattenbak
niet meer gebruiken.
SPROEIEN
Sproeien is heel wat anders dan onzindelijkheid, maar het ruikt net zo smerig.
In één van de vorige afleveringen (communicatie) heeft u al kunnen lezen dat
katten hun geur op belangrijke plekken in hun territorium kunnen afzetten. Urine
sproeien tegen verticale voorwerpen is voor een kat een normale manier om te
zeggen dat hij/zij op een bepaald moment op die plek was. Een kat hiervoor
straffen helpt nooit, want hij zou het niet begrijpen. Soms kan het sproeien
vreselijke vormen aannemen. Vaak is er dan meer aan de hand dan alleen markeren.
U moet dan denken aan een territoriumprobleem. Dit komt voor als er meer poezen
in uw huis wonen en ze kunnen het niet al te goed met elkaar vinden. Het komt
ook voor dat de kat van de buren tegen uw voordeur sproeit. Wij ruiken dat
binnen niet, maar uw kat wel en die is beslist van mening dat de voordeur tot
zijn territorium hoort en zal onmiddellijk zijn eigen geur op de voordeur
zetten. Het is ook mogelijk dat een kat sproeit als hij angstig is. Het ruiken
van zijn eigen urine geeft een vertrouwd gevoel en daarmee is het meteen
duidelijk dat sproeien helpt om zich beter te voelen. In veel gevallen zal
castratie of sterilisatie helpen, maar niet altijd. Het is overigens een
misverstand om te denken dat alleen katers kunnen sproeien, poezen kunnen er ook
wat van.
Plekken waar een kat heeft gesproeid of gewoon heeft geplast, kunt u het beste
schoonmaken met een middel dat niet te sterk ruikt en eiwitten oplost. De
eiwitten uit de urine veroorzaken de penetrante geur. Het beste werkt het als u
groene zeep of Biotex groen gebruikt. Er zijn ook speciale schoonmaakmiddelen
hiervoor in de handel (Ecodor bijv.) waarmee ook goede resultaten worden
gehaald. Het voorkomen van een sterke geur is van belang omdat u moet voorkomen,
dat de kat over de geur van het schoonmaakmiddel zijn eigen geur gaat zetten.
Als u op de plek die een kat gebruikt om te plassen of te sproeien een bakje met
voer of water neerzet, zal de kat het op die plek meestal niet meer doen
(concurrerende prikkel).
Natuurlijk zijn er ook huishoudens waar de katten geen onzindelijkheid of
sproeigedrag vertonen. Soms delen meerdere katten heel lief 1 kattenbak met
deksel, maar als bovenstaande problemen u bekend voorkomen, dan heeft u vast wel
iets aan deze algemene informatie.
Heeft u ernstige problemen met het gedrag van uw kat of vertoont uw kat
abnormaal gedrag, neem dan contact op met een gediplomeerd gedragstherapeut voor
katten. Probleemgedrag betekent immers meestal dat er iets mis is in de
leefomgeving van uw kat en wie wil dat nu niet verbeteren.
In het volgende Noorderlicht verschijnt de laatste aflevering van deze serie over kattengedrag. In die aflevering zal angst centraal staan.