Kattengedrag en angst
Verschenen in Noorderlicht 49 (Herfst 2011)
In deze 7de aflevering over kattengedrag staat angst centraal. Hoewel katten altijd een beetje mysterieus lijken en veel mensen denken dat katten altijd hun eigen gang gaan, maakt angst voor veel katten een groot deel van hun bestaan uit.
Voor katten is het namelijk van het
allergrootste belang dat de wereld om hen heen voorspelbaar en controleerbaar
is. Is dat niet het geval dan zal elke kat angstig worden en last kunnen krijgen
van chronische stress. De drempel hiervoor zal voor elke kat anders liggen. Hoe
dit bij uw kat is, hangt van een aantal factoren af.
Allereerst moet worden uitgesloten dat angst ontstaat vanuit een medische
oorzaak, dus een bezoekje aan een dierenarts is altijd de start van elke
behandeling of therapie.
Sommige rassen zijn gevoeliger voor angst dan andere rassen. Ook erfelijkheid
kan een rol spelen. Daarnaast is het belangrijk hoe de moederpoes in het leven
staat. Iedereen zal begrijpen, dat kittens die opgroeien bij een moeder die
overal bang voor is, dit als normaal zullen ervaren en dit gedrag overnemen.
Socialisatie is waarschijnlijk de belangrijkste factor. Het is niet voor niets
dat kittens minstens 13 weken bij hun moeder en nestgenootjes moeten blijven,
voordat ze mogen verhuizen. Kittens maken 2 socialisatieperiodes mee. De eerste
van deze gevoelige periodes loopt ongeveer van 4 tot 8 weken. Dit kan overigens
voor elke kat iets anders liggen. De 2de van deze gevoelige periodes
loopt ongeveer van 8 tot 16 weken. Als uw Noorse boskitten met 13 weken in uw
huis komt wonen, zijn er dus nog ongeveer 3 weken van de 2de
socialisatieperiode over, waarin u uw kitten kennis laat maken met al uw
huiselijke activiteiten. Een goede socialisatie is van het allergrootste belang,
omdat alles waar een kitten in deze periode op een prettige manier kennis mee
heeft gemaakt, in zijn verdere leven geen angstige associaties zullen oproepen.
Een kat die niet gesocialiseerd is of vervelende ervaringen heeft opgedaan
tijdens de socialisatieperiode loopt in zijn latere leven een grote kans om
angstgerelateerde stoornissen te gaan ontwikkelen.
Een kitten dat in zijn eerste weken niet of nauwelijks met mensen in aanraking
is geweest en niet vaak is opgepakt en geaaid, loopt een groot risico later een
hevige angst voor mensen te ontwikkelen. We kennen allemaal wel katten die naar
de zolder vluchten zodra er bezoek komt, of, nog erger katten die helemaal niets
van hun verzorgers willen weten. Bij een kat die in constante angst leeft kan
chronische stress ontstaan met alle lichamelijke problemen en agressie vandien.
Daarnaast is het natuurlijk heel frustrerend voor verzorgers als een kat voor
hen wegvlucht, zodra ze een kat maar aankijken. Het is belangrijk dat angst
zoveel mogelijk wordt verholpen.
Als je weet waar je op moet letten is
angst goed te herkennen. Een angstige kat heeft vaak grote pupillen, draait zijn
oren opzij, houdt zijn staart en de rest van zijn lichaam laag bij de grond en
houdt zijn snorharen enigszins naar achteren. Vanzelfsprekend is een angstige
kat schrikkerig.
Angst is moeilijk te verhelpen, maar niet onmogelijk voor degenen die het geduld
kunnen opbrengen om de kat te leren dat angst niet altijd nodig is.
De eerste gang moet altijd richting de dierenarts zijn. Eerst moet namelijk
worden uitgesloten dat het dier ergens pijn heeft. Als pijn is uitgesloten (of
verholpen) is het belangrijk dat u erachter probeert te komen, wat de reden is
voor zijn angst.
Als zijn socialisatie niet goed genoeg is geweest, dan ligt er een taak om de
kat zo goed en zo kwaad als mogelijk alsnog op een geleidelijke en prettige
manier kennis te laten maken met alles wat hem angst aanjaagt. Omdat een
volwassen kat de gevoelige periodes dan al lang achter zich liggen mag duidelijk
zijn dat dit een langdurige proces kan zijn,
In de volgende alinea’s beschrijf ik een aantal angstige situaties die u wellicht zelf kunt verbeteren, mits het een milde angst betreft.
Bang
voor de transportmand of - koffer
Veel katten verdwijnen volledig uit zicht zodra de transportkoffer van zolder
wordt gehaald. Deze wordt onmiddellijk geassocieerd met een vervelende autorit
of nog erger: een behandeling door de dierenarts. Om dit te verminderen is het
verstandig om de transportkoffer regelmatig in de kamer te zetten en de kat er
eten of snoepjes in te geven. Zorg dat er een lekker kleedje in ligt, zodat uw
kat er een lekker dutje in kan doen. Als uw kat niet meer bang is voor de
koffer, doe hem dan eens dicht en loop een rondje door de kamer. Daarna laat u
de kat weer vrij en beloont u hem met wat lekkers of door met hem te spelen. De
kat zal zo geleidelijk zijn angst voor de koffer kwijt raken.
Bang
voor bezoekers
Veel bezoekers doen niets liever dan uw kat aanhalen zodra ze binnen komen. Voor
angstige katten bestaat er niets dat erger is en zullen dan ook wegvluchten en zich
niet meer laten zien. Met een beetje pech zal uw kat zich in de toekomst al
verstoppen, zodra ze de bel horen. Herkent u dit bij uw kat, instrueer uw
bezoekers dan om uw kat totaal te negeren. Laat bezoekers dus niet naar uw kat
toelopen, hem niet aaien of oppakken, niet tegen uw kat praten, hem zelfs niet
aankijken. Uw kat zal dit erg op prijs stellen en geen dreiging ervaren.
Mogelijk komt uw kat zelfs wel even kennismaken met uw bezoek, maar dat doet zij
pas wanneer zij daar klaar voor is. Uw kat op dat moment belonen met wat lekkers
kan natuurlijk geen kwaad.
Bang
voor geluiden
Sommige eigenaren kijken met angst en beven uit naar Oudejaarsavond of sluiten
hun kat op voordat ze gaan stofzuigen, omdat hun kat zo bang is voor de geluiden
die er dan te horen zijn. Angst voor bepaalde geluiden kunnen ook optreden bij
onweer, als er een brommer langsrijdt met een kapotte uitlaat, etc. De reactie
op dit soort lawaai kan zich zelfs uitbreiden naar andere geluiden, zodat de
angst van de kat steeds omvangrijker wordt. Het is zaak om niet te reageren op
het angstige gedrag van uw kat. Gaat u hem geruststellen, dan denkt de kat dat
zijn angst terecht is, gaat u hem bestraffen, dan zal zijn angst vergroten omdat
hij niet begrijpt wat hij verkeerd doet. Het beste kunt u uw kat laten wennen
aan het geluid door hem hiermee te confronteren terwijl het heel zachtjes is.
Het moet zo zacht zijn, dat hij nog geen angstsignalen vertoont. Door het niveau
van het geluid heel geleidelijk op te voeren, zal de kat ontdekken dat er niets
gebeurt en zijn angst zal langzamerhand verminderen. U mag uw kat alleen belonen
als hij geen angstsignalen vertoont. Deze methode mag overigens alleen worden
toegepast als het om een hele milde angst gaat en werkt averechts als het om
geluiden gaat waarvan uw kat helemaal in paniek raakt.
Verlatingsangst (Binding)
Er wordt wel eens gezegd dat katten zich meer hechten aan een huis (lees:
territorium) dan aan mensen. In sommige gevallen echter kan een kat zich erg
hechten aan één persoon en helemaal in paniek raken als die persoon er niet is.
Dit verschijnsel wordt binding genoemd. De kat volgt “zijn” mens door het hele
huis en vertoont ernstige angst als deze persoon niet in de buurt is. Het is
altijd lastig om dit te bespreken met iemand, omdat het altijd ontstaat door
gedrag van beide partijen. Het is in elk geval nodig om de kat zelfstandiger te
maken. Dit kun je bereiken door de omgeving wat uitdagender te maken, de kat de
gelegenheid te geven om in een afgesloten tuin op onderzoek uit te gaan en
vooral niet in te gaan op de soms dwingende wensen van de kat.
Overige
angsten
Er zijn natuurlijk nog veel meer vormen van angst. Zo kunnen katten in het
verleden een traumatische ervaring hebben gehad en als gevolg daarvan hevige
angsten ontwikkelen. Sommige katten zijn bang voor bepaalde voorwerpen of
plaatsen, anderen misschien voor de dominante kat van de buren of zijn
doodsbenauwd voor kinderen.
Angst heeft altijd een oorzaak. Als een kat lijdt aan hevige angsten en er is
geen medische reden voor, roep dan de hulp in van een gedragstherapeut voor
katten. Niemand wil immers een leven vol angst. Als een verzorger er tijd en
energie in wil steken, dan is het goed mogelijk om de angst van een kant te
verminderen of helemaal te verhelpen.